woensdag 24 september 2014

Wat kun je doen als negeren niet kan of niet werkt? Het AAVV regeltje...



In een vorig artikel heb ik uitgelegd waarom het negeren van ongewenst gedrag als opvoedkundige tool niet altijd bruikbaar is.

Waarom ook alweer?

  • Negeren van ongewenst gedrag is iets heel anders dan het negeren van je hond. Die 2 worden nog wel eens door elkaar gehaald.
  • Gedrag van de hond wat bedoeld is om aandacht mee te krijgen, kan eerst vervelender en heviger worden voordat het (áls het überhaubt) stopt. 
  • Niets doen aan het gedrag van je hond is soms sociaal onwenselijk of zal ik zeggen af en toe zelfs asociaal.

OK, maar wat kunnen we dan doen aan onze opspringende hond? Ik hoor het je denken. Toch maar een knietje geven dan?! Nee, alsjeblieft niet. Aversieve methodes die een hond iets moeten afleren brengen een groot risico met zich mee! Dat de hond een andere associaties legt als dat wij bedoelen.

Hoe bedoel ik dat? Voorbeeld: je wilt je hond afleren om op te springen. Daarom geef je hem een knietje als hij springt. De hond schrikt of doet zich pijn en bedenkt zich een volgende keer. Ten minste, dat is de theorie...Echter...Met een beetje pech legt de hond niet de associatie met het opspringen maar met de persoon of met mensen in het algemeen en is hier het begin van een angst voor mensen begonnen. Niet doen dus!


Maar nu weet je nog steeds niet wat dan wel...

Je kunt hier het AAVV- regeltje toepassen.

A. Ander gedrag... In plaats van het gedrag dat je niet wilt, bedenk een ander gedrag. Het andere gedrag mag onmogelijk samengaat met het gedrag dat je niet wilt. Bij het opspringen voorbeeld zou dit zitten kunnen zijn. Het is ander gedrag en de hond kan niet opspringen en zitten tegelijk. Zitten van de hond ga je dan heel vaak belonen met aandacht.In heel veel situaties als de hond uit zichzelf gaat zitten, maar ook als je er om vraagt, geef je hem aandacht.


A. Anticipeer... Nog voordat de hond kan doen wat je niet wil, stimuleer je hem om te doen wat je Anders van hem wil. Voordat de hond kan opspringen, geef je hem het commando ‘zit’.


V. Voorkomen... Iedere keer dat je hond nog opspringt, oefent hij dit gedrag. Dat wil je niet. Voorkom dus dat hij het gedrag wat je niet wil, kan oefenen. Bij opspringen betekent dat bijvoorbeeld dat je de hond aan de lijn houdt als er andere mensen in de buurt zijn. Houd de hond aan de lijn en op die manier op gepaste afstand van de andere mensen.


V. Verwijderen... Kiest de hond, ondanks de bovenstaande 3 regels toch nog voor het gedrag wat je niet wilde? Heb je hem regelmatig beloond voor zitten, hem het zit-commando gegeven voordat hij kon springen, is hij bij anderen aan de lijn maar springt hij af en toe toch nog? Verwijder dan hetgene dat je hond wil bereiken. Een hond doet iets, om iets te bereiken, hij heeft een doel. Hij vertoont een bepaald gedrag omdat hij verwacht dat het hem iets zal of kan opleveren. Precies datgene haal je bij hem weg, of haal de hond weg. In ons opspring voorbeeld, springt de hond op omdat hij verwacht dat het hem aandacht oplevert. Door zelf weg te lopen (echt even de kamer uit bijvoorbeeld) verwijder je zijn doel. De hond leert zo dat het tegenovergestelde wat hij hoopte of verwachte gebeurt en zal een volgende keer eerder kiezen voor het Andere gedrag.


Heb jij een voorbeeld van gedrag waar je dit AAVV regeltje op zou kunnen toepassen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten