Als een hond zich niet gedraagt, ligt dat aan zijn baas!
Een veel gehoorde uitspraak, tenminste ik hoor het heel
vaak. Mensen komen ook bij mij vaak met de “bekentenis” dat ze zich ervan
bewust zijn dat ze zelf natuurlijk allerlei dingen fout hebben gedaan en dat de
hond zich daarom nu zus en zo gedraagt. Maar is dat nou echt zo?? Ligt de
oorzaak van allerlei gedrag, ongewenst of niet, bij de baas?
Hoe gedrag ontstaat en hoe een hond zich in een bepaalde
situatie gedraagt, wordt bepaald door meerdere factoren. De opvoeding en
training van de hond spelen uiteraard een belangrijke rol, het zou vreemd zijn
als ik anders beweerde ;-). En op het moment dat je de hond eenmaal hebt, is
dat ook nog het enige waar je invloed op kunt uitoefenen. Daarom leggen we
meestal daar ook de nadruk op. Maar laten we eerlijk zijn, er zijn, behalve
jouw invloed als baasje en wat jij wel en niet doet, heel belangrijke andere
invloeden die bepalen hoe een hond zich zal gedragen. Op sommige heb je
invloed, op andere niet of zeer beperkt.
Gedrag heeft een erfelijke basis
Iedere hond heeft een soort van bouwplan, zijn erfelijke
aanleg. Van alles wat we waarnemen bij de hond, ligt de basis in dit bouwplan. De
kleur en lengte van zijn vacht, de manier van lopen, hoe hard hij kan rennen en
of hij van spelen houdt bijvoorbeeld.
Sommige dingen komen 1 op 1 tot uiting. Dat betekent dat de
kleur van een vacht bijvoorbeeld vastligt in de genen van een hond en er
nauwelijks andere factoren zijn die de kleur beïnvloeden. Voor dit soort
eigenschappen geldt dus ook dat, als de hond een foute erfelijke aanleg heeft, het
ook een bepaalde afwijking zal krijgen.
Bij het gedrag van een hond is het wat gecompliceerder. Dat
wordt niet 1 op 1 bepaald door een erfelijke aanleg. Bij de meeste gedragingen
zien we dat een bepaalde grens/capaciteit vastligt in de genen, in het bouwplan.
De erfelijke bagage van de hond bepaald in hoeverre er aanleg is voor bepaalde
kenmerken. Dan is het vervolgens afhankelijk van allerlei omgevingsfactoren in
hoeverre bepaalde erfelijke kwaliteiten in een hond tot uiting zullen komen. Op
deze erfelijke aanleg heb je uiteraard wel een bepaalde invloed. Hoe beter je
de afkomst van je hond kent, hoe meer je hierover kunt zeggen.
Naast erfelijke aanleg zijn er 2 zeer belangrijke invloeden...
Naast deze erfelijke basis, spelen vervolgens dus allerlei
omgevingsfactoren een rol, die bepalen in hoeverre bepaalde erfelijke
kwaliteiten tot uiting komen. Van die omgevingsfactoren spelen er 2 een wel
héél belangrijke rol.
- De moeder
- De ervaringen van de hond in de socialisatieperiode
De moeder
De moeder speelt een cruciale rol in de gedragsontwikkeling
van de hond. Het is namelijk de moeder die aan haar jongen laat weten welke
omgevingsfactoren wel en niet te vertrouwen zijn. Wat vindt zij van mensen? Wat
vindt zij van geluiden?
Heeft een moeder bepaalde angsten, dan is de kans erg
groot dat ze die overbrengt op haar pups. Het is dus heel erg belangrijk om de
moederhond van je hond te kennen en te zien dat zij vriendelijk, open gedrag
vertoont vol zelfvertrouwen.
De ervaringen van de hond in de socialisatieperiode
In de socialisatieperiode gebeuren er bij de hond belangrijke dingen in de hersenen. Het
is de meest gevoelige periode van de hond. Socialiseren is de pup vanaf zijn
vroegste levensstadium in contact brengen en bekend maken met allerlei
omgevingsverschijnselen waar hij de rest van zijn leven mee te maken zal krijgen
en waarvan het belangrijk is dat hij het normaal gaat vinden. Deze periode
start vanaf ongveer 3 weken, de rol van de fokker is hierin dan ook een zeer
belangrijke! Deze periode duurt tot ongeveer 12 weken. Je moet als puppy
eigenaar dit proces dus voortzetten als je de pup eenmaal hebt opgehaald.
Met stip op 1 in dit socilisatieproces staat de mens. Pups
moeten leren om met mensen en alle menselijke gedragingen om te gaan. Gebeurt dit niet of onvoldoende,
dan heeft de pup een grotere kans om in zijn latere leven ongewenst gedrag te
ontwikkelen naar mensen toe. Dit kan een groot probleem zijn. Angstig of
angressief gedrag naar mensen toe heeft een grote impact op het leven van de
hond zelf (veel stress!), van zijn eigenaar en andere mensen in zijn omgeving.
Een goed gesocialiseerde pup die in de eerste maanden van zijn leven veel
positieve ervaringen heeft opgedaan met mensen en hun wereld, heeft een groter
incasseringsvermogen en kan zich beter aanpassen aan nieuwe situaties in zijn
latere leven.
Een ingewikkelde combinatie...
Wat hebben we nu gezien? Wat voor gedrag een hond in een
bepaalde situatie vertoont hangt af van een combinatie van factoren. De grenzen
van zijn mogelijheden liggen vast in het bouwplan van de hond, zijn erfelijke
bagage. Dan spelen zijn moeder en het socialisatieproces bij de hond een heel
belangrijke rol bij de ontwikkeling van bepaald gedrag.
Tot slot is er dan nog een leer-component aan gedrag. De
hond past zijn gedrag aan afhankelijk van wat de vorige keer de consequentie
was van een bepaald gedrag. Op veel uitkomsten kun je invloed uitoefenen maar
je hond zal ook leren van ‘toevallige situaties’.
Het is dus niet per definitie waar, dat als een hond zich
niet gedraagt, dat dan aan zijn baas ligt. Het zit iets ingewikkelder in
elkaar.
Wil je meer weten over hoe honden leren? Ik geef iedere paar weken theorieworkshops, ook over dit soort onderwerpen: tijdens de workshop 'Hoe leren honden?' krijg je antwoord op de vraag "waarom doet hij dat nou?" De eerstvolgende workshop is op vrijdag 30 mei 2014, voor meer data en informatie klik hier >>>