dinsdag 29 april 2014

Als een hond zich niet gedraagt, ligt dat aan zijn baas!

Een veel gehoorde uitspraak, tenminste ik hoor het heel vaak. Mensen komen ook bij mij vaak met de “bekentenis” dat ze zich ervan bewust zijn dat ze zelf natuurlijk allerlei dingen fout hebben gedaan en dat de hond zich daarom nu zus en zo gedraagt. Maar is dat nou echt zo?? Ligt de oorzaak van allerlei gedrag, ongewenst of niet, bij de baas?
Hoe gedrag ontstaat en hoe een hond zich in een bepaalde situatie gedraagt, wordt bepaald door meerdere factoren. De opvoeding en training van de hond spelen uiteraard een belangrijke rol, het zou vreemd zijn als ik anders beweerde ;-). En op het moment dat je de hond eenmaal hebt, is dat ook nog het enige waar je invloed op kunt uitoefenen. Daarom leggen we meestal daar ook de nadruk op. Maar laten we eerlijk zijn, er zijn, behalve jouw invloed als baasje en wat jij wel en niet doet, heel belangrijke andere invloeden die bepalen hoe een hond zich zal gedragen. Op sommige heb je invloed, op andere niet of zeer beperkt.

Gedrag heeft een erfelijke basis

Iedere hond heeft een soort van bouwplan, zijn erfelijke aanleg. Van alles wat we waarnemen bij de hond, ligt de basis in dit bouwplan. De kleur en lengte van zijn vacht, de manier van lopen, hoe hard hij kan rennen en of hij van spelen houdt bijvoorbeeld.
Sommige dingen komen 1 op 1 tot uiting. Dat betekent dat de kleur van een vacht bijvoorbeeld vastligt in de genen van een hond en er nauwelijks andere factoren zijn die de kleur beïnvloeden. Voor dit soort eigenschappen geldt dus ook dat, als de hond een foute erfelijke aanleg heeft, het ook een bepaalde afwijking zal krijgen.

Bij het gedrag van een hond is het wat gecompliceerder. Dat wordt niet 1 op 1 bepaald door een erfelijke aanleg. Bij de meeste gedragingen zien we dat een bepaalde grens/capaciteit vastligt in de genen, in het bouwplan. De erfelijke bagage van de hond bepaald in hoeverre er aanleg is voor bepaalde kenmerken. Dan is het vervolgens afhankelijk van allerlei omgevingsfactoren in hoeverre bepaalde erfelijke kwaliteiten in een hond tot uiting zullen komen. Op deze erfelijke aanleg heb je uiteraard wel een bepaalde invloed. Hoe beter je de afkomst van je hond kent, hoe meer je hierover kunt zeggen.

Naast erfelijke aanleg zijn er 2 zeer belangrijke invloeden...

Naast deze erfelijke basis, spelen vervolgens dus allerlei omgevingsfactoren een rol, die bepalen in hoeverre bepaalde erfelijke kwaliteiten tot uiting komen. Van die omgevingsfactoren spelen er 2 een wel héél belangrijke rol.
  • De moeder
  • De ervaringen van de hond in de socialisatieperiode

De moeder
De moeder speelt een cruciale rol in de gedragsontwikkeling van de hond. Het is namelijk de moeder die aan haar jongen laat weten welke omgevingsfactoren wel en niet te vertrouwen zijn. Wat vindt zij van mensen? Wat vindt zij van geluiden? 
Heeft een moeder bepaalde angsten, dan is de kans erg groot dat ze die overbrengt op haar pups. Het is dus heel erg belangrijk om de moederhond van je hond te kennen en te zien dat zij vriendelijk, open gedrag vertoont vol zelfvertrouwen.

De ervaringen van de hond in de socialisatieperiode
In de socialisatieperiode gebeuren er bij de hond belangrijke dingen in de hersenen. Het is de meest gevoelige periode van de hond. Socialiseren is de pup vanaf zijn vroegste levensstadium in contact brengen en bekend maken met allerlei omgevingsverschijnselen waar hij de rest van zijn leven mee te maken zal krijgen en waarvan het belangrijk is dat hij het normaal gaat vinden. Deze periode start vanaf ongveer 3 weken, de rol van de fokker is hierin dan ook een zeer belangrijke! Deze periode duurt tot ongeveer 12 weken. Je moet als puppy eigenaar dit proces dus voortzetten als je de pup eenmaal hebt opgehaald.
Met stip op 1 in dit socilisatieproces staat de mens. Pups moeten leren om met mensen en alle menselijke gedragingen  om te gaan. Gebeurt dit niet of onvoldoende, dan heeft de pup een grotere kans om in zijn latere leven ongewenst gedrag te ontwikkelen naar mensen toe. Dit kan een groot probleem zijn. Angstig of angressief gedrag naar mensen toe heeft een grote impact op het leven van de hond zelf (veel stress!), van zijn eigenaar en andere mensen in zijn omgeving. Een goed gesocialiseerde pup die in de eerste maanden van zijn leven veel positieve ervaringen heeft opgedaan met mensen en hun wereld, heeft een groter incasseringsvermogen en kan zich beter aanpassen aan nieuwe situaties in zijn latere leven.

Een ingewikkelde combinatie...

Wat hebben we nu gezien? Wat voor gedrag een hond in een bepaalde situatie vertoont hangt af van een combinatie van factoren. De grenzen van zijn mogelijheden liggen vast in het bouwplan van de hond, zijn erfelijke bagage. Dan spelen zijn moeder en het socialisatieproces bij de hond een heel belangrijke rol bij de ontwikkeling van bepaald gedrag.
Tot slot is er dan nog een leer-component aan gedrag. De hond past zijn gedrag aan afhankelijk van wat de vorige keer de consequentie was van een bepaald gedrag. Op veel uitkomsten kun je invloed uitoefenen maar je hond zal ook leren van ‘toevallige situaties’.

Het is dus niet per definitie waar, dat als een hond zich niet gedraagt, dat dan aan zijn baas ligt. Het zit iets ingewikkelder in elkaar. 

Wil je meer weten over hoe honden leren? Ik geef iedere paar weken theorieworkshops, ook over dit soort onderwerpen: tijdens de workshop 'Hoe leren honden?' krijg je antwoord op de vraag "waarom doet hij dat nou?" De eerstvolgende workshop is op vrijdag 30 mei 2014, voor meer data en informatie klik hier >>>